Verhalen:
Soerat:
1e leerjaar:
2e leerjaar:
3e leerjaar:
4e leerjaar:
5e leerjaar:
6e leerjaar:
Op een nacht was onze geliefde profeet (v.z.m.h.) aan het rusten nabij de Ka’ba, toen hij werd gewekt door de engel Djibriel. Djibriel vroeg aan Mohammed (v.z.m.h.) om mee te komen. Mohammed (v.z.m.h.) zag een wit dier staan. Djibriel zei dat dit dier Boerâq heette en dat Mohammed erop moest rijden om een grote bijzondere reis te maken.
Zo gebeurde het. De boodschapper van Allah reisde die nacht van de Masdjied al-Haram in Mekka, naar de Masdjied al-Aqsa in Jeruzalem.
Daar ontmoette onze profeet (v.z.m.h.) andere profeten die voor hem de waarheid reeds verkondigd hadden. Hij (v.z.m.h.) was verheugd hen te zien. Samen verrichtten ze het gebed.
Hierna vertrok hij (v.z.m.h.) met Djibriel en Boerâq uit Jeruzalem en reisde naar de hemelen. In de 7de hemel aangekomen zei Djibriel dat de profeet nu alleen verder moest gaan. Mohammed (v.z.m.h.) vervolgde zijn weg, hij (v.z.m.h.) zag de Lotusboom van het Allerhoogste. Tot die mooie boom was nog nooit een ander schepsel van Allah gekomen. Onze profeet (v.z.m.h.) ging nog wat verder en zag toen de Troon van Allah.
Allah sprak tot Mohammed (v.z.m.h.). Allah zei dat de oemmah van Mohammed vijftig keer per dag moest bidden. Op vraag van onze profeet (v.z.m.h.) werd dit aantal echter verminderd tot vijf gebeden per dag. Allah liet ook weten dat iedereen die zijn gebeden trouw verricht, de beloning zal krijgen van vijftig gebeden.
Boerâq en Djibriel brachten onze profeet (v.z.m.h.) weer naar huis. Mohammed vertelde alles wat er gebeurd was die nacht aan de mensen van Mekka.
Onze profeet (v.z.m.h.) was heel blij met deze tekenen van Allah en zette zijn profeetschap vol nieuwe moed verder.
In de Qur’aan staat :
In Soera Al Isrâ : 1
“Geprezen is Hij, Die Zijn dienaar van het Gewijde Bedehuis (Mekka) naar het verre Bedehuis (Jeruzalem), waarvan Wij de omgeving hebben gezegend, bracht om hem Onze tekenen te tonen.”
En
In Soera An Nadjm : 1-14
“Bij de ster wanneer zij valt, uw metgezel is noch afgedwaald noch afgeweken, noch spreekt hij uit eigen begeerte. Het is slechts de Openbaring die wordt nedergezonden. Hij, die grote macht heeft, onderwees hem, Die kracht bezit. Zo is hij (de profeet (v.z.m.h.) volmaakt geworden. En staat hij aan de hoogste horizon. Hij naderde en kwam steeds nader. En werd als spanning van twee bogen. Ja, nog dichterbij. En Allah openbaarde aan Zijn dienaar hetgeen Hij wilde openbaren, het hart loog niet over wat het zag. Wilt gij dan met hem redetwisten over hetgeen hij geeft gezien ? En voorzeker, hij zag hem ook bij een andere nederdaling. Bij de lotusboom waar niemand voorbij mag gaan, waar naast de Tuin van verblijf is.”
De kinderen van Adam leefden in vrede met elkaar en aanbaden alleen Allah, het waren goede mensen. Maar Satan probeerde steeds om deze mensen op het slechte pad te brengen.
Toen de profeet Noeh (v.z.m.h.) leefde, hadden vele mensen naar de Satan geluisterd. Ze waren begonnen om voor beelden te bidden in plaats van voor Allah. Zulke mensen noemen wij afgoden aanbidders. De beelden waren de mensen hun afgoden.
Daarom stuurde Allah Noeh (v.z.m.h.) naar deze mensen, Allah hoopte dat hij hen zo weer op het goede pad zou kunnen brengen. Noeh aanbad alleen Allah. Noeh was ook heel verstandig, eerlijk en men kon steeds op hem rekenen.
Noeh zei tot de mensen “ O, mijn volk, aanbidt Allah, jullie hebben geen god naast Hem. Ik vrees voor U de straf van de grote Dag ”.
Er luisterden echter weinig mensen naar Noeh, hoe erg de profeet ook zijn best deed. Alleen een paar eenvoudige mensen geloofden hem, de rijken waren te trots om naar Noeh te luisteren. Toch bleef de profeet verder proberen want hij was heel geduldig.
Na vele jaren liet Allah aan zijn profeet Noeh weten : “ Niemand onder jouw volk zal geloven, dan degenen die nu al geloven ”.
De ark en de zondvloed
Uiteindelijk besloot Allah de ongelovigen te straffen. Hij zou het zo lang en zo veel laten regenen dat alles op aarde volledig onder water zou komen. Niets zou nog overblijven, alles zou weggespoeld worden. Deze straf van Allah noemen we de zondvloed.
Natuurlijk wou Allah Noeh en de gelovigen sparen. Hij gaf Noeh de opdracht een ark te bouwen. Een ark is een heel groot en sterk schip.
Allah vroeg aan Noeh (v.z.m.h.) : “ Neem degenen van je volk en familie mee, die geloven.” Allah vroeg ook aan Noeh om van elke diersoort een mannetje en een vrouwtje mee te nemen.
Noeh had een zoon die afgoden aanbad. Deze zoon wou niet mee op het schip. Noeh was heel verdrietig hierover. Allah zei echter : “O Noeh, deze zoon behoort niet tot jouw familie, omdat zijn daden niet goed zijn “.
Noeh begreep toen dat hij over zijn ongelovige zoon niet hoefde te treuren.
Alles gebeurde precies volgens Allah’s wil. De aarde werd volledig door het water bedekt en alle ongelovigen verdronken. De ark van de profeet Noeh (v.z.m.h.) bleef echter op de hoge golven drijven.
Toen de regen ophield, zakte de ark weer zachtjes tot op de aarde. De gelovige, goede mensen en de dieren die ze meegenomen hadden, konden weer op de aarde verder leven.
Onder de nakomelingen van de profeet Noeh (v.z.m.h.) waren er koningen en profeten.
Soera “Al-Falaq”
Bismillaahir-rahmaanir-rahiem
1. Qul a’oedzu birabbil-falaq
2. Min sjarri maa chalaq
3. Wa min sjarri ghaasiqin idzaa waqab
4. Wa min sjarrin-naffaasaati fil ‘uqad
5. Wa min sjarri haasidin idzaa hasad
Soera “Al-Falaq”
(De Dageraad / De Ochtendschemering)
In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle
1. Zeg : “Ik zoek mijn toevlucht bij de Heer van de Dageraad ;
2. Tegen het kwade van wat Hij heeft geschapen ;
3. En tegen het kwade van de duisternis wanneer deze zich verspreidt ;
4. En tegen het kwade van degenen die op de knopen blazen ;
5. En tegen het kwade van de benijder, wanneer deze benijdt.”
Betekenis van Soera “Al-Falaq”
Wanneer de mensen bang zijn, kunnen ze met deze Soera de bescherming van Allah vragen. Allah is de heer van de Dageraad. Allah schenkt de gelovige mensen dan kracht en blijdschap. Alhamdo lillah, wij zijn nooit alleen.
Soera “Al-Falaq” beschermt tegen alle mogelijke slechte dingen. De gelovige mensen zijn dan niet meer bang en bijgelovig. Ze hoeven geen dieven, bedriegers of jaloerse mensen te vrezen. Ze zullen ook beveiligd worden tegen ongelukken, ziekten en zwarte magie.
Deze Soera kan men lezen als men bang of ziek is. Het is ook zeer goed om Soera “Al-Falaq” te lezen (of op te zeggen) voor je gaat slapen.
Lang geleden leefde in Djilân een heel goede moslim, Sjeich Abdoel Qâdir, was zijn naam. De buurman van Sjeich Abdoel Qâdir was helemaal niet vriendelijk. Wanneer de Sjeich ging bidden, maakte de buurman expres harde muziek, want hij was zelf geen moslim. Sjeich Abdoel Qâdir vond dat natuurlijk niet leuk, maar toch werd hij niet boos. De Sjeich was een wijs en geduldig man.
Op een dag kwam de politie bij de buurman van de Sjeich. De buurman moest mee met de politie. Sjeich Abdoel Qâdir kon nu rustig bidden, zonder dat hij gestoord werd door luide muziek. Sjeich Abdoel Qâdir wist niet hoe het kwam dat het plots zo stil was bij zijn buurman, hij was immers niet thuis toen de politie zijn buurman meenam. De Sjeich vroeg aan de andere buren waar zijn buurman toch kon zijn. Zo kwam hij te weten dat zijn buurman in de gevangenis zat. Sjeich Abdoel Qâdir kwam ook te weten dat zijn buurman eigenlijk helemaal niets fout gedaan had. De politie had zijn buurman per vergissing in de gevangenis opgesloten !
De Sjeich vond het heel erg. Sjeich Abdoel Qâdir wist dat een moslim goed voor zijn buren moet zorgen. De Sjeich ging daarom onmiddelijk naar het politiebureau. Hij vertelde daar dat zijn buurman per vergissing was opgesloten. De politie begreep dat ze een fout gemaakt hadden en lieten de buurman weer vrij.
De buurman was dolgelukkig dat hij uit de gevangenis mocht. Hij was ook heel verwonderd te horen dat de Sjeich hem geholpen had, want hij had Sjeich Abdoel Qâdir zo vaak lastig gevallen. De buurman vroeg aan de Sjeich waarom hij zo goed voor hem was geweest. De Sjeich antwoordde dat het zijn plicht was als moslim om zijn buren te helpen. De buurman had er veel spijt van dat hij Sjeich Abdoel Qâdir vroeger zo gepest had. Hij begreep nu dat de Islam een heel mooie godsdienst was. Hij vroeg aan de Sjeich wat hij moest doen om ook moslim te worden. Sjeich Abdoel Qâdir vroeg de buurman hem na te zeggen : “Lâ ilâha illallâh Moehammadar Rasôeloellâh”.
Zo werden Sjeich Abdoul Qâdir en zijn buurman goede vrienden. Ze leefden nog vele jaren als de beste buren samen.
Naar “De rechten van buren” uit Een grote kindervriend van Khurram Murad en M. S. Kayani
Respect voor buren
Onze profeet (s.a.w.) heeft gezegd :
“Wie gelooft in Allah en de laatste dag, moet goed zijn voor zijn buren.” |
Dus als je een goede moslim wil zijn moet je steeds je buren goed behandelen.
en ook :
“Hij die zijn maag vol heeft, terwijl zijn buurman hongert, is geen ware gelovige.” |
“Wie zijn buren schade toebrengt zal door Allah gestraft worden en wie zijn buren lastig valt, die zal Allah geen genade tonen.” |
Wij zijn goede moslims :
Wanneer onze buur om hulp vraagt, helpen wij hem.
Wanneer onze buur iets wil lenen, lenen wij het hem.
Wanneer onze buur ziek is, brengen wij hem een bezoek.
Wanneer onze buur iets goeds overkomt, wensen wij hem geluk.
Wanneer onze buur iets slechts overkomt, leven wij met hem mee.
Wanneer onze buur dood gaat, gaan wij naar zijn begrafenis.
Onze profeet (v.z.m.h.) heeft gezegd :
“De reinheid maakt deel uit van het geloof” |
Dus als je een goed moslim wil zijn moet je steeds proper zijn.
En:
“Allah is mooi en houdt van schoonheid” |
Wij zijn goede moslims :
’s Morgens wassen wij onze handen en gezicht, wij kammen onze haren, wij poetsen onze tanden.
Wij wassen onze handen voor en na de maaltijden.
Wij nemen regelmatig een bad en wassen ons lichaam met zeep en we wassen onze haren met shampoo.
Na een bezoek aan de w.c. wassen we onze handen met water en zeep.
We houden onze kleren netjes.
We dragen zorg voor ons schoolgerief en ons speelgoed.
Wanneer de voorwaarden van het gebed voldaan zijn, kunnen we gaan bidden. De Salaat is iets heel waardevol en belangrijk in onze godsdienst. Mensen die altijd trouw het gebed verrichten, komen zeker in de hemel. Mensen die bidden denken immers vaak aan Allah. Wanneer we vaak aan Allah denken, zullen we geen slechte dingen doen, want we weten dat Allah ons straft voor onze slechte daden.
Goede moslims houden veel van Allah en willen Allah graag bedanken door hun gebeden oprecht te verrichten.
Onze geliefde Profeet (s.a.w.) heeft gezegd :
“Wat denken jullie hiervan : wanneer langs de deur van iemand een rivier stroomt, waarin hij zich vijf keer per dag wast, blijft er dan van zijn vuil wat over ? Zij hebben gezegd : er blijft niets van zijn vuil over. De Profeet (vzmh) heeft gezegd : dit is het voorbeeld van de vijf gebeden, waarmee Allah de zonden uitwist.” |
En in de Qur’aan staat :
“Lees hetgeen u van het Boek is geopenbaard, en verricht het gebed, het gebed weerhoudt u zeker van het kwaad en onredelijkheid. Inderdaad ! Allah te gedenken is het allerhoogste.” |
Soera “Al-Qadr”
Bismillâhir-rahmânir-rahiem
Innâa anzalnâhoe fie laylati-l-qadr
Wa mâa adrâka mâ laylatoe-l-qadr
Laylatoe-l-qadri chairoe-m-min alfi sjahr
Tanazzaloe-l-malâa’ikatoe wa-r-rôehoe
Fiehâ bi’idzni rabbihim min koelli amr
Salâmoen, hiya hatta matla’i-l-fadjr
In de naam van Allah, de meest Barmhartige, de meest Genadevolle
1. Waarlijk, Wij hebben het (de Qor’aan) nedergezonden in de Waardevolle Nacht.
2. En wat weet u wat de Waardevolle Nacht is ?
3. De Waardevolle Nacht is beter dan duizend maanden.
4. De engelen en de Geest dalen daarin, met toestemming van hun Heer, voor iedere zaak neder.
5. Vrede ! die duurt tot het aanbreken van de dageraad.
Betekenis van Soera Al-Qadr
In de Waardevolle Nacht vond de openbaring van de Qor’aan plaats. Het is goed deze nacht veel te bidden, Qor’aan te lezen, goede daden te verrichten, want in de Waardevolle Nacht krijgen we daar extra veel zegeningen voor.
Onze geliefde Profeet (s.a.w.) heeft gezegd :
“Wie de “Laylatoe-l-Qadri” doorbrengt met gebeden, (in Allah) gelovende en hopende (op een beloning van Allah), al de vroegere zonden van hem zullen vergeven worden.”
Soera Al-Qadr (een korte uitleg)
In de Waardevolle Nacht vond de openbaring van de Qur’aan plaats. Wanneer de duisternis van de menselijke ziel verlicht wordt door het goddelijke licht van de Openbaring, vindt deze eeuwige vrede.
Vers 1
In deze nacht werd de Qur’aan nedergezonden van de Lawh al-Mahfűz (de Welbewaarde Tafel) naar de hemelen vlak boven de aarde (Bayt al-‘Izza). Het feit dat de Qur’aan werd geopenbaard in deze nacht, is reden genoeg om zijn grootheid te begrijpen.
Vers 2
Hier wordt gevraagd : “Begrijpen jullie wel de grootheid en belangrijkheid van deze nacht ?”
Vers 3
Dit betekent, dat de beloning voor het doorbrengen van deze nacht in ibâda hetzelfde of meer is dan duizend maanden (ruim 83 jaar) in ibâda. Deze duizend maanden kunnen ook de betekenis hebben van “tijdloze Tijd”. Een moment van Verlichting door Allah’s Licht is beter dan duizend maanden van dit aardse leven.
Vers 4
Men bedoelt met de Geest de engel Djibriel. Profeet Mohammed (s.a.w.) heeft gezegd dat Djibriel in de Laylatoe-l-Qadri met een groep engelen neder komt en dat zij doe’a maken voor vergeving voor iedere gelovige die ze in ibâda zien.
Vers 5
Deze nacht omvat de werkelijke betekenis van vrede. De engelen brengen vrede over de gelovigen die hun Heer aanbidden. Het is een nacht van veiligheid tegen het kwaad, tot de dageraad.
Reden van de Openbaring van Soera Al-Qadr
De Profeet (s.a.w.) vertelde eens een verhaal aan zijn vrienden over een man die gedurende 1000 maanden ’s nachts Allah had aanbeden en overdag gestreden had tegen de ongelovigen. De mensen van de vroegere volkeren leefden veel langer dan deze ten tijde van Mohammed (s.a.w.). Hierdoor konden zij ook veel meer goede werken verrichten tijdens hun leven.
De moslims voelden zich een beetje verdrietig omdat zij, door hun korter leven, minder tijd hadden om Allah te aanbidden en goede daden te verrichten. Allah wou onze Profeet (s.a.w.) en zijn oemmah troosten, daarom openbaarde Hij Soera Al-Qadr.
Allah begunstigde de moslims dus met de Waardevolle Nacht. Deze bijzondere nacht is immers meer waard dan 1000 maanden. Wanneer de gelovigen tijdens deze nacht bidden, zullen ze een beloning krijgen alsof ze minstens 1000 maanden (= ruim 83 jaar) gebeden hadden.
Wat was de oemmah van Mohammed (s.a.w.) blij met deze Soera !
“Saum” of vasten in de maand Ramadân
Wat betekent Vasten ?
= vierde zuil van de Islam.
houdt in dat we niets eten, drinken of roken vanaf de eerste schemering tot de zonsondergang.
Verplicht te vasten zijn :
1) moslims ;
2) die de puberteit bereikt hebben ;
3) lichamelijk gezond zijn ;
4) geestelijk gezond zijn.
Vrijgesteld van het vasten zijn :
1) kleine kinderen ;
2) zieken en oude mensen ;
3) vrouwen die in verwachting zijn of een baby zogen ;
4) reizigers.
(! Reizigers moeten na hun reis en zieken nadat ze hersteld zijn, de dagen die ze niet gevast hebben inhalen).
Waarom is het goed te vasten ?
Het betekent gehoorzaamheid en dankbaarheid tegenover Allah ;
we krijgen meer discipline ;
we denken vaker aan de armen, hierdoor worden we ook vrijgeviger ;
het is goed voor onze lichamelijke en geestelijke gezondheid.
De Saum
De maand Ramadân is een heilige maand. Alle moslims denken dan nog meer aan Allah dan in de andere maanden. De moslims vasten in de Ramadân uit liefde voor Allah. ’s Morgens staan we vroeg op voor het ontbijt “sohoer”. We gaan ’s avonds vaak voor de avondmaaltijd “iftâr” bij onze familie en vrienden op bezoek. Wij zijn dan blij elkaar te ontmoeten en genieten van het eten. Soms gaan we ook samen naar de Moskee. We maken geen ruzie en zeggen geen lelijke woorden. Onze ouders lezen voor uit de Qur’aan. We voelen dat er vrede is in de maand Ramadân.
Onze geliefde Profeet (s.a.w.) heeft gezegd :
“... De vastende is op twee momenten blij ; als hij zijn vasten breekt en ten tweede als hij Allah zal ontmoeten. Dan zal hij blij zijn met zijn vasten.” |
“Als Ramadân komt, zijn de deuren van al-Djennah geopend, de deuren van de Naar gesloten en de duivels zijn vastgeketend.” |
“Vast om uw gezondheid te vinden.” |
En in de Qur’aan staat :
“Jullie die geloven ! Aan jullie is voorgeschreven te vasten, zoals het was voorgeschreven aan hen die er voor jullie waren – misschien zullen jullie godvrezend zijn.” |
“Laylatoe-l-Qadri” of De Waardevolle Nacht
· De Qur’aan werd geopenbaard in deze nacht.
· Het is een heilige nacht, gezegender dan 1000 maanden.
· Hij valt op één van de oneven nachten van de laatste tien dagen van de Ramadân. (algemeen aangenomen : 27ste nacht)
· Het is goed in deze nacht veel te bidden, Qur’aan te lezen, ...
· De gelovige mensen, die Allah gedenken, hun zonden worden vergeven.
De Waardevolle Nacht
En in de Qur’aan staat :
“... Wij hebben het neergezonden in een gezegende nacht ...” (Soera ad-Doechan:3) |
De Qur’aan werd neergezonden in één keer naar Allahs Huis.
“Voorwaar, Wij hebben hem neergezonden in de Waardevolle Nacht” (Soera Al-Qadr:1) |
Daarna werd de Qur’aan in gedeelten aan de Profeet (s.a.w.) geopenbaard via de engel Djibriel.
“De Waardevolle Nacht is beter dan duizend maanden” (Soera Al-Qadr:3) |
Wie Allah tijdens deze nacht aanbidt, krijgt een verdienste alsof hij Allah duizend maanden aanbeden had.
en
Onze geliefde Profeet (s.a.w.) heeft gezegd :
“In de nacht van Laylatoe-l-Qadri komt Djibriel neer met een groep engelen en bidden om vergiffenis voor een ieder die ze in aanbidding zien.” |
“Zoek de Laylatoe-l-Qadri, die verborgen is in de oneven nachten van de laatste tien dagen van de Ramadân.” |
De eerste openbaring van de Qu’raan
In één van de tien laatste nachten van de Ramadân van het jaar 610 van de Gregoriaanse jaartelling, kreeg Mohammed (s.a.w.) voor het eerst een openbaring. Hij bevond zich toen in de grot Hira, op een berg nabij Mekka.
Plotseling verscheen de engel Djibriel. Djibriel, die de gedaante van een mens had, zei tegen Mohammed (s.a.w.) : “Iqra !” (Lees !). “Ik kan niet lezen” antwoordde Hij. De engel Djibriel pakte Mohammed (s.a.w.) stevig vast en herhaalde “Iqra !”. Driemaal omhelsde Djibriel onze profeet (s.a.w.) heel stevig en sprak “Iqra !” en telkens antwoordde Mohammed (s.a.w.) hetzelfde. Hierna kwam “al-wâhi”*, namelijk de eerste 5 verzen van Soera 96 (Soera ‘Alaq).
Mohammed (s.a.w.) was heel erg onder de indruk van wat hem was overkomen. Nog nooit eerder had hij zoiets meegemaakt of erover horen spreken. Onze profeet (s.a.w.) was echt bang geworden en bibberend keerde hij naar huis terug.
Thuis aangekomen vroeg hij aan zijn vrouw Chadiedja om hem in een deken te wikkelen.Chadiedja trachtte Mohammed (s.a.w.) te kalmeren. Ze wist dat Allah alleen goede dingen wou voor Mohammed (s.a.w.), want hij had alleen goede eigenschappen. Ze vroeg aan haar echtgenoot om mee te gaan naar het huis van haar neef, Waraqah ibn Nawfal. Waraqah was een geleerde christen, die de Taura en de Indjiel gelezen had. Mohammed (s.a.w.) vertelde aan Waraqah wat er hem overkomen was. Nadat Waraqah het hele verhaal gehoord had, wist hij met zekerheid dat Mohammed (s.a.w.) een profeet was. Mohammed (s.a.w.) en Chadiedja waren heel blij dit te horen.
Na de eerste “wahî” duurde het een tijdje, voor de openbaringen opnieuw begonnen. Na de tweede openbaring begon de Qor’aan met regelmatige tussenpozen neer te dalen. Soms kwamen er 2 of 3 verzen, soms een gans hoofdstuk (Soera). Dit duurde 23 jaar.
---------
* “al-wahî” : Arabisch woord voor openbaring
openbaring : kennisgeving van de boodschappen van Allah aan zijn profeten via de gekende wegen (hier de engel Djibriel).
Vertel nooit een leugen
Er was eens een jonge schaapherder. Op een avond ging hij naar de top van de berg dicht bij zijn dorp. Hij begon te roepen : “Help ! Help ! red mij en mijn schapen van de leeuw !” De mensen uit het dorp hoorden de jongen. Ze renden zo snel ze konden naar de berg om de jonge schaaphoeder te helpen. Op de berg aangekomen zagen ze dat de jongen aan het lachen was. De jonge schaapherder zei : “Het was maar een grapje !”. De mensen uit het dorp waren heel boos en gingen terug naar huis. De volgende dag haalde de jonge schapehoeder nog eens hetzelfde domme grapje uit. De dorpelingen hadden weer voor niets naar de berg moeten komen.
Op een zekere dag kwam er echt een hongerige leeuw naar de bergtop dichtbij het dorp. De jonge schaapherder begon weer om hulp te schreeuwen. De mensen uit het dorp dachtten echter dat de jongen hen weer voor de gek wou houden en bleven rustig in hun huizen zitten.
De volgende morgen, toen de mensen uit het dorp naar hun werk vertrokken, zagen ze iets vreselijks. De leeuw had echt al de schapen dood gebeten. En de jonge schaapherder ?
Hij had veel spijt dat hij gelogen had.
Eerlijkheid
Mohammed (v.z.m.h.) was ook een heel eerlijke man. Alle mensen zagen hem graag want hij vertelde nooit leugens. Hij hield ook nooit geld van andere mensen voor zichzelf. Hij gaf altijd de zaken van andere mensen eerlijk terug. Iedereen kon onze Profeet betrouwen. Mohammed (v.z.m.h.) kreeg zo de bijnaam “al-Amien”, dat is Arabisch voor de Eerlijke.
In de Qur’aan staat dat Allah houdt van eerlijkheid. Allah ziet ons altijd. Wij zijn moslims. Wij willen brave kinderen zijn. Onze profeet Mohammed (v.z.m.h.) was altijd eerlijk. Wij doen ons best om altijd zoals onze Profeet de waarheid te spreken.