Algemene doelen van het Islamitisch godsdienstonderwijs in 
Nederland en België.

 

Ter Inleiding

Dit “Voorstel voor een Islamleerplan Lager Onderwijs” is gebaseerd op de “Aanzetten tot een leerplan “Islamitisch godsdienstonderwijs in de basisschool”” van het Nederlandse Instituut voor leerplanontwikkeling. 

Voorafgaande is het van belang te stellen waarom godsdienstonderwijs aan moslimkinderen gegeven dient te worden. Op grond daarvan kan men bepalen wat de kinderen in de lessen geleerd moet worden. Tenslotte kan men ingaan op de manier waarop hen iets aangeleerd moet worden, het 'hoe'.



  1. Waarom dient er godsdienstonderwijs aan moslimkinderen gegeven te worden?

 

  1. Wat moeten de kinderen leren in het godsdienstonderwijs?

** Gezien de beperkte tijd voor het godsdienstonderwijs op de openbare scholen zal het niet mogelijk zijn de kinderen veel Qoerân-Soera's uit hun hoofd te laten leren en het Arabische schrift te leren verklanken. Eventueel kan men een paar Qoerân-Soera’s en Aya’s uit het hoofd laten leren of Arabische woorden zoals Allah U en Mohammed r in het Arabisch geschreven laten inkleuren. 

 

  1. Hoe leren de kinderen dit?

Er is nog maar weinig materiaal voorhanden in het Nederlands. Ook ontbreken er aanwijzingen voor didactische werkvormen. Wij volstaan daarom met een raamplan, enkele suggesties voor didactische benadering, werkvormen en les/leermateriaal. 

De leerdoelen voor de verschillende leeftijdsgroepen worden steeds verdeeld over de onderwerpen.

- geloofsleer (‘°Aqieda’)
- geloofspraktijk (‘fiqhoel-`ibâdaat’), of de aanbiddingen
- gedragsleer (‘achlaaq’), of karaktervorming 
- leven van de Profeet r (‘siera’) en geschiedenis

Deze onderwerpen omvatten de hoofddoelen van het onderwijs. Andere algemene doelen, i.c. het leren van smeekbeden (‘doe`a’s), Qoerân-Soera’s en Aya’s, het verklanken van het Arabisch schrift en het herleiden van regels uit Qoerân en Soenna kunnen als subdoelen in de lessen onderwezen worden.

Aan de hand van het hoofdonderwerp van de les wordt bijvoorbeeld bepaald welke Qoerân-Soera's of âya's (verzen) worden geleerd en welke regels in de les worden behandeld aan de hand van Qoerân en Soenna.


Wij zijn bij het samenstellen van de lesprogramma’s voor het schooljaar 2001-2002 zoveel mogelijk uitgegaan van de leerdoelen, zoals vermeld in het leerplan dd. 28 februari 2001, samengesteld door de commissie onderwijs van de E.M.B.

Verder zijn wij – voor de samenstelling en de volgorde van de periode-lessen – uitgegaan van twee vaste gegevens van het aanstaande lesjaar, nl. de schoolvakantieregeling voor het schooljaar 2001-2002 van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap, en de ‘Hidjri’-kalender van Djoemaad II, 1422 – Rabie` II 1423.

SCHOOLJAAR 2001 - 2002

Herfstvakantie
van 29/10 - t.e.m. 4/11
Kerstvakantie
Van 24/12 - t.e.m. 6/1
Krokusvakantie
van 11/2 - t.e.m. 17/2
Paasvakantie
van 1/4 - t.e.m. 14/4
Hemelvaart
van 9/5 - t.e.m 10/5

 

Principes schoolvakantieregeling

De vakantieregeling in het onderwijs berust op vaste principes, zodat begin- en einddatum van alle vakantieperiodes duidelijk zijn vastgelegd (Besluit van de Vlaamse regering van 17 april 1991). 

Dit zijn de principes: 


 

 

  1. Overzicht Programma

1ste Leerjaar L.O. 4de Leerjaar L.O.
2de Leerjaar L.O. 5de Leerjaar L.O.
3de Leerjaar L.O. 6de Leerjaar L.O.