Wat is Fiqh ?
Fiqh betekent Begrip. In Soerah Hoed ayat 91 staat dat het volk van Midian tegen hun broeder Sjoe’aib zei:
“O, Sjoe’aib , wij begrijpen niet veel van hetgeen u zegt”.
Praktisch gezien betekent Fiqh voor een moslim of moslima dat hij of zij door studie van dit onderwerp kennis en inzicht krijgt over het gebruik van de Islamitische wetten en regels en de consequenties hiervan.
Tijdens het leven van de boodschapper van Allah, Mohammed (saws), en dat van zijn metgezellen ontstond de behoefte van de mensen aan meer begrip van de Islamitische wetten en regels. De Islam had zich vanuit Medina snel uitgebreid. De profeet koos uit zijn metgezellen personen die hij naar andere gebieden stuurde om de mensen die waren overgegaan tot de Islam te onderwijzen. Door alle eeuwen heen bleef de behoefte aan deze kennis onder moslims bestaan.
De Fiqh behandelt in grote lijnen drie belangrijke onderwerpen:
1e. de verhouding van de mens ten opzichte van Allah.
2e. de verhouding van de mens tot zichzelf.
3e. de verhouding van de mens tot de medemens.
De Fiqh geeft inzicht in de wijze waarop wij de Islamitische wetten en regels moeten uitvoeren. Het is dus vooral kennis voor de praktijk.
De beoordeling van daden of handelingen van een moslim of moslima worden als volgt verdeeld:
1. Fard = Verplicht. Dit zijn daden en handelingen die voor een moslim of moslima verplicht zijn en die als zodanig beschreven staan in de Heilige Qoeraan en de Soennah Al-Moetawaatir (= veelvuldig voorkomende eenduidige Hadies. Door de profeet Moehammad aan velen overgedragen Soennah) en daden en handelingen die verder duidelijk zijn uit de praktijk van de moslimgemeenschap van beginperiode tot heden.
2. Waadjib = Verplicht. Dit zijn eveneens daden en handelingen die verplicht zijn door een moslim en moslima en beschreven staan in de Soennah (Chabar Al-Waahid = in tegenstelling tot Soennah Al Moetawaatir zijn dit overleveringen die door één persoon zijn overgeleverd.)
3. Mandoeb of Soennah = Aanbevolen. Dit zijn handelingen, die worden aanbevolen om te verrichten, zoals het vasten op de dag van Arafat.
4. Haraam = Verboden. Dit zijn handelingen die verboden zijn, zoals het zonder reden doden van een mens,overspel en diefstal.
5. Makroeh = Afkeuringswaardig. Aboe Haniefah onderscheidt afkeurenswaardige daden in Makrouh Tahrieman (= verboden afkeurenswaardig) en Makroeh Tanziehan (= afkeurenswaardig naar menselijke maatstaven). Een voorbeeld van Makroeh Tahrieman is het dragen van zijde of goud door mannen.
6. Moebaah = Toegestaan. Dit zijn handelingen die zijn toegestaan. Het uitvoeren of het niet uitvoeren heeft geen consequenties. Een voorbeeld hiervan is het dat men tijdens het reizen kan vasten of het vasten verbreken.
Inleiding Fiqh - Rafik Fris.pdf