Je kunt het document afdrukken in pdf-versie
Functiebeschrijving leermeester/leraar (m./v.) levensbeschouwelijke vakken
(Godsdienst - Niet-confessionele zedenleer)
Goedgekeurd door alle Erkende Instanties/Vereniging
|
De functiebeschrijving van de leermeester/leraar levensbeschouwelijke vakken steunt op:
- de grondwet
- de schoolpactwet voor zover van toepassing
- het decreet van 01 december ’93 aangaande inspectie-begeleiding levensbeschouwelijke vakken
- het decreet basisonderwijs (25.02.97)
- het levensbeschouwelijk vak (Godsdienst - N.C.Zedenleer),
houdt rekening met het decreet rechtspositie
en onderschrijft het pedagogisch project binnen de mogelijkheden gegeven door de specificiteit van het levensbeschouwelijk vak.
Doel:
De leermeester/leraar levensbeschouwelijke vakken draagt door een erkende levensbeschouwing (Godsdienst - N.C.Zedenleer) bij tot de ontwikkeling en de vorming van de gehele persoonlijkheid van de leerlingen.
De leermeester/leraar levensbeschouwelijke vakken levert vanuit zijn specifiek levensbeschouwelijk vak (Godsdienst - N.C.Zedenleer) een unieke, een onmisbare en een onvervangbare bijdrage om kinderen en jongeren te helpen in hun ontwikkeling en hen voor te bereiden om met een persoonlijke overtuiging en engagement hun plaats in de multiculturele samenleving in te nemen. Kinderen en jongeren ontwikkelen zich doorheen de ervaring dat de eigen overtuiging en de eerbied voor de filosofische, ideologische, godsdienstige en culturele opvattingen van anderen moeten kunnen samengaan.
De leermeester/leraar levensbeschouwelijke vakken en de leerlingen bieden samen, vanuit de eigenheid van hun specifiek levensbeschouwelijk vak (Godsdienst - N.C.Zedenleer), een forum waarbinnen zich een interactiviteit ontwikkelt tussen enerzijds de levensbeschouwelijke vakken onderling en anderzijds àlle andere vakken en het maatschappelijk gebeuren.
Ieder levensbeschouwelijke vak vervult een unieke rol binnen het vakgebied levensbeschouwelijke vakken en binnen het geheel van de vakkenstroom die tot de basisvorming behoort, waardoor de levensbeschouwelijke vakken eigen bijdragen leveren voor de verwezenlijking van het pedagogisch project en van het bijhorende schoolwerkplan of handelingsplan.
Dit betekent dat de leermeester/leraar levensbeschouwelijke vakken kinderen en jongeren begeleidt om in denken en handelen:
- communicatief vaardig te worden
- kennis te verwerven, te interpreteren en te integreren
- kritisch te leren nadenken over natuur en cultuur
- zich bewust te worden van de levensbeschouwelijke aspecten van de werkelijkheid
- waarden te ontwikkelen en te groeien in zingeving
- zich te oefenen in sociale vaardigheden en houdingen.
Resultaatgebieden:
De resultaatgebieden kunnen rond drie toepassingsgebieden gerangschikt worden:
- de leermeester/leraar in zijn kwaliteitszorg
- de leermeester/leraar in zijn werken met de leerlingen
- de leermeester/leraar in zijn integratie in de school
Toepassingsgebied: de leermeester/leraar in zijn kwaliteitszorg
Resultaatgebied: Plannen, voorbereiden en evalueren van het lesgeven
De leermeester/leraar levensbeschouwelijke vakken geeft op een pedagogisch-didactisch verantwoorde wijze les. Dit gebeurt vanuit een doordacht algemeen plannen en voorbereiden van het lesgeven. Jaarplan, schoolagenda en lesvoorbereidingen zijn aangewezen organisatorische en inhoudelijke documenten.
Hij gaat hierbij uit, binnen de richtlijnen gegeven door de erkende instantie of de erkende vereniging, van de leer- of raamplannen van zijn specifiek levensbeschouwelijk vak (Godsdienst - N.C.Zedenleer), de beginsituatie bij de leerlingen, het pedagogisch project en het bijhorende schoolwerkplan of handelingsplan.
De leermeester / leraar levensbeschouwelijke vakken evalueert en remedieert het eigen pedagogisch-didactisch denken en handelen in functie van de doorheen zijn vak nagestreefde doelen en op basis van de richtlijnen en de adviezen van het betrokken levensbeschouwelijk vak.
Resultaatgebied: De specifieke levensbeschouwing (Godsdienst – N.C.Zedenleer)
Trouw aan de visie op het vak plaatst de leermeester / leraar levensbeschouwelijke vakken de eigenheid van de levensbeschouwing in de context van de leefwereld van de kinderen en jongeren.
De leermeester / leraar levensbeschouwelijke vakken zal hiertoe o.a. de dagelijkse actualiteit volgen, bronnen binnen de eigen en andere levensbeschouwingen op een verantwoorde wijze verwerken en trends binnen de maatschappij kritisch bestuderen. Door deze inspanning zorgt de leermeester/leraar levensbeschouwelijke vakken ervoor dat de leerlingen gevoelig gemaakt worden voor wat in hen en rondom hen, dichtbij en veraf, gebeurt en dat zij in staat zijn dit levensbeschouwelijk te duiden.
De leermeester / leraar levensbeschouwelijke vakken neemt hierdoor een brede humane taak op zich.
Resultaatgebied: Begeleiding en nascholing
De leermeester / leraar levensbeschouwelijke vakken weet dat zelfstudie en het volgen van begeleiding en nascholing noodzakelijk zijn om op de hoogte te blijven van de recente evoluties op gebied van het vak, de maatschappij en de actualiteit. Hij maakt hiertoe gebruik van het aanbod van verplichte studiedagen ingericht door de inspectie levensbeschouwelijke vakken, de nascholing, het regionaal overleg met collega’s en het aanbod van vakliteratuur. Uiteraard laat hij zich bij zijn keuze leiden door de eigenheid en specificiteit van de eigen levensbeschouwing en verder door de richtlijnen en adviezen van de betreffende inspecteur-adviseur.
Toepassingsgebied: de leermeester/leraar in zijn werken met de leerlingen
Resultaatgebied: Lesgeven
Binnen het geheel van de schoolvakken die tot de basisvorming behoren hebben de levensbeschouwelijke vakken een eigen originaliteit en vakmatigheid. Zoals bij de overige vakken gebeurt het lesgeven op basis van een goede planning en voorbereiding. De zorg voor een geschikt leef- en leerklimaat, aangepast aan de beginsituatie van de leerlingen, is van groot belang. Grote zorg wordt besteed aan het uitwerken van creatieve lesvoorbereidingen. Het lesgeven vertrekt vanuit reële situaties die aangepast zijn aan de leerlingen en die voor hen herkenbaar zijn. In het leerproces komt de eigenheid van de onderscheiden levensbeschouwelijke vakken tot haar recht.
Resultaatgebied: Opvoeding – Waardevorming
De waarden en normen aangereikt door de erkende godsdiensten en N.C.Zedenleer en het ontwikkelen van bijhorende sociale vaardigheden zijn inspirerend voor het pedagogisch project, het bijhorende schoolwerkplan of handelingsplan en het schoolreglement. Deze documenten zijn daarenboven bronnen waaruit ter zake kàn geput worden overeenkomstig de levensbeschouwelijke opvatting. Vanuit de communicatie met de leerlingen, waaronder waardecommunicatie, tracht de leermeester / leraar levensbeschouwelijke vakken consequente houdingen te ontwikkelen.
Resultaatgebied: Leerlingbegeleiding – vertrouwensleraar
Bij het begeleiden van leerlingen en het deelnemen aan klassenraden heeft de leermeester / leraar levensbeschouwelijke vakken aandacht voor de persoonlijke situatie van de leerling. Hij levert vanuit het specifieke van zijn vak een eigen bijdrage, in de mate van zijn mogelijkheden en binnen de ruimte hem verleend door Grondwet, Wetten, Decreten en Ordonnanties.
Resultaatgebied: Evaluatie van de leerlingen
De leermeester / leraar levensbeschouwelijke vakken past gedifferentieerde evaluatiestrategieën toe om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de leerling en om van daaruit remediëring op gang te brengen. Deze evaluatie kan dus enerzijds productgericht en anderzijds procesgericht zijn. De leermeester / leraar kan de leerlingen niet resultaatgericht evalueren op het vlak van levenshouding.
Toepassingsgebied: de leermeester/leraar in zijn integratie in de school
Resultaatgebied: De school
De leermeester / leraar levensbeschouwelijke vakken draagt op een verantwoorde wijze, in de mate van zijn mogelijkheden en rekening houdend met de specificiteit van het betreffende levensbeschouwelijke vak, bij tot het goed functioneren van de school in haar geheel.
Resultaatgebied: Het schoolteam
De leermeester / leraar levensbeschouwelijke vakken werkt, in de mate van zijn mogelijkheden en rekening houdend met de specificiteit van het betreffende levensbeschouwelijke vak, mee aan de uitvoering van het pedagogisch project, het bijhorende schoolwerkplan of handelingsplan en het schoolreglement.
Resultaatgebied: Vak en samenwerking
Rekening houdend met de specificiteit van zijn vak heeft de leermeester / leraar levensbeschouwelijke vakken de nodige contacten met de inspecteur-adviseur van zijn vak zowel op eigen initiatief als op uitnodiging, met vakcollega’s en met collega’s uit andere vakgebieden.
Resultaatgebied: De ouders
De leermeester / leraar levensbeschouwelijke vakken onderhoudt als leraar contacten met de ouders, onder meer op specifiek daarvoor voorziene contactmomenten.
Bevoegdheden:
1. De bevoegdheid van de godsdienstige overheid en de vereniging NCZ betreft de totale beoordeling van de beroeps- en pedagogische bekwaamheid van de leermeester/leraar LBV (godsdienst-NCZ). (zie decreet LBV van 01.12.93)
2. Om deze bevoegdheid uit te oefenen hebben de erkende instanties godsdienst en de vereniging NCZ de vakinhoudelijke en vaktechnische inspectie en begeleiding van de leermeester/leraar LBV (godsdienst-NCZ) gedelegeerd naar de inspecteurs-adviseurs LBV (godsdienst-NCZ).
3. De directeur van de school heeft specifieke bevoegdheden betreffende de leermeester/leraar LBV (godsdienst-NCZ). Deze bevoegdheden worden in dit document vermeld.
Toepassingsgebied: de leermeester/leraar in zijn kwaliteitszorg
Plannen, voorbereiden en evalueren van het lesgeven gebeurt alleen volgens de instructies van de bevoegde inspecteur-adviseur LBV en deze kunnen ook alleen door de bevoegde inspecteur-adviseur LBV worden geëvalueerd en beoordeeld.
De directeur is bevoegd om na te gaan of volgende documenten bijgehouden worden door de leermeester/leraar LBV: de schoolagenda en een jaarplan. De opmaak van beide documenten gebeurt volgens de instructies van de bevoegde inspecteur-adviseur LBV.
De directeur bezorgt de leer- of raamplannen van het LBV aan de betrokken leermeester/leraar LBV en biedt de mogelijkheid tot kennisname van het pedagogisch project en het schoolwerkplan van de school.
De directeur waakt erover dat in het schoolbudget jaarlijks een bedrag voorzien wordt voor het aanschaffen van adequate leermiddelen, vakmedia en vakliteratuur voor de cursussen van de erkende godsdiensten/NCZ.
De directeur is ervoor verantwoordelijk dat àlle leermeesters/leraars LBV tegelijkertijd de studiedagen georganiseerd door de bevoegde inspecteur-adviseur LBV kunnen bijwonen. Tevens dient de directeur ervoor te zorgen dat voor de begeleiding en de nascholing LBV jaarlijks een budget wordt voorzien.
Bij problemen verwittigt de directeur de bevoegde inspecteur-adviseur LBV (godsdienst-NCZ).
Toepassingsgebied: de leermeester/leraar in zijn werken met de leerlingen
De totaliteit van het lesgebeuren sluit aan bij de eigenheid van het LBV en bij de instructies van de bevoegde inspecteur-adviseur LBV en wordt door deze geëvalueerd en beoordeeld.
De bevoegde inspecteur-adviseur LBV kijkt na of de leermeester/leraar LBV adequate wijzen van evaluatie op zijn vak toepast. Het invullen van het rapport gebeurt op een schooleigen wijze met toelichting op vakeigen wijze.
Bij betwisting aangaande de evaluatie wordt door de directeur advies gevraagd van de bevoegde inspecteur-adviseur LBV.
De directeur heeft eigen bevoegdheden aangaande orde en tucht, taal en voorkomen. De directeur heeft het recht tijdens de lessen LBV dringende mededelingen te doen.
Bij ernstige en/of blijvende tekortkomingen verwittigt de directeur de bevoegde inspecteur-adviseur LBV.
De directeur voorziet een vaklokaal dat voldoet aan de normen om met iedere leerlingengroep op verantwoorde wijze te kunnen werken. Indien dit voor het lopende schooljaar wegens de infrastructuur van de school niet mogelijk is dan wordt de betrokken inspecteur-adviseur LBV hierover schriftelijk ingelicht.
De leermeester/leraar LBV die lesgeeft in verscheidenen scholen en/of vestigingsplaatsen neemt volgens een systeem van verdelende rechtvaardigheid deel aan de klassenraden. De directeurs van de verschillende scholen waar de leermeester/leraar LBV lesgeeft dienen onderling overleg te plegen opdat de leermeester/leraar LBV kan deelnemen aan alle delibererende klassenraden.
Bij problemen verwittigt de directeur de bevoegde inspecteur-adviseur LBV (godsdienst-NCZ).
Toepassingsgebied: de leermeester/leraar in zijn integratie in de school
De leermeester/leraar LBV die lesgeeft in verscheidene scholen en/of vestigingsplaatsen participeert volgens een systeem van verdelende rechtvaardigheid in de beurtrol voor toezichten, in de geplande oudercontacten, in de personeelsvergaderingen en in andere schoolactiviteiten.
De leermeester/leraar LBV die lesgeeft in drie of meerdere scholen en/of vestigingsplaatsen wordt niet opgenomen in de beurtrol voor toezichten.
De directeurs van de verscheidene scholen waar de leermeester/leraar LBV lesgeeft dienen onderling overleg te plegen opdat de lessenroosters, de verplaatsingen en de reglementaire tijd van vijftig minuten middagpauze de lesopdrachten niet zouden bemoeilijken.
Bij problemen verwittigt de directeur de bevoegde inspecteur-adviseur LBV (godsdienst-NCZ).